Het Bultven is een typische uitwaaringsvlakte. In de kale poolwoestijnen van de weichselien-ijstijd verstoof het dekzand van de Nederlandse zandprovincies op grote schaal. Daarbij werd enerzijds plaatselijk het zand tot op de zandondergrond weggestoven, zodat ondiepe, langgerekte of vormeloze plassen ontstonden. Het zand werd nooit verder dan tot de zandondergrond weggestoven, zodat deze plassen ondiep bleven. Deze vennen kennen vaak een onafhankelijke “schijn-grondwaterspiegel”. Die kan veroorzaakt worden door “veenlaagjes”, ontstaan uit afgestorven vegetatie, door een ondergrond met Brabantse leem of door podzol-achtige inspoelingslaagjes van humus of ijzer. Vaak is dit veelvoorkomende soort ven nogal vlak in doorsnede (schotelvormig) en soms vrij groot zodat er in de zomer brede droogvallende oevers ontstaan. Na een enkele regenbui kunnen ze plotseling aanzienlijk in oppervlakte toenemen.

Het Bultven (Eliasven) had in de loop der jaren een voedselrijke laag afgezet. Doordat de met fosfaat opgeladen bodem in de zomer droogviel begon er een verjonging te ontstaan op de ven bodem van Berken en Grove dennen.

Hierdoor is besloten om midden jaren 90 (exact jaartal is niet bekend) het Bultven af te graven. Hierbij is ongeveer 20cm van de bodem verwijderd en in totaal 5000 m3 slib afgevoerd. Hierna is er een lek ontstaan in de oerlaag van het ven welke nog enkele jaren voor het leeglopen van het Ven heeft gezorgd.

Eliasven of Bultven

Post navigation