Monument “De Drie Kruizen”

Bron: De Drie Kruizen – Sjef Driessens januari 2010

De Duitse aanval op Nederland in 1940 begon op 10 mei en betekende voor Nederland het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Op eerste Pinksterdag in mei 1940 rukte het Duitse leger snel op; de verdedigingslinies bieden maar korte tijd weerstand zoals de Maas, de Peel en de Zuid-Willemsvaart.

Bij het uitbreken van de oorlog lag het 2e bataljon van het 30e regiment Infanterie in de Peelraamstelling vak Asten. Op vrijdag 10 Mei om 21.00 uur krijgt men het bevel zich terug te trekken achter de Zuid-Willemsvaart en de militairen hebben zich op zaterdag 11 Mei ingegraven langs de weg Someren – Nederweert , tussen Sluis XI en Sluis XIII. Om 21.00 uur kwam het tot een eerste vuurgevecht en omdat Someren al bezet was besloot majoor van de Oeveren zich terug te trekken richting Maarheeze.

De mannen die dicht bij Sluis XIII lagen kregen dit bevel echter niet door en zijn later rond 24.00 op eigen initiatief weggetrokken via Someren-Heide en Hoef aan de Pan en waar zij hoorden dat Maarheeze reeds bezet was en in brand stond; Sterksel zou naar verluid nog vrij zijn. Hierdoor zijn ze doorgetrokken naar de bossen bij de Vlaamseweg en kwamen op 12 mei rond 4.30 vermoeid aan bij een ven (het Bultven dat in Sterksel het Elias Ven wordt genoemd).

Omdat ze onafgebroken Duitse voertuigen, voertuigen en het marcheren van Duitse soldaten hoorden heeft de troep Nederlandse soldaten besloten zich te verstoppen in de bossen om vervolgens de nacht af te wachten en om vervolgens weer verder te trekken.
Rond 7.00 in de ochtend vlogen er vliegtuigen boven de Nederlandse soldaten en om 9.30 waren ze omsingeld en kwamen ze in een vuurgevecht.

Hierbij zijn Sergeant Broos, Soldaat Kanters en Soldaat Aarts om het leven gekomen.
De overige soldaten zijn door de Duitsers gevangen genomen en bij transport is Soldaat Anton v.d. Akker uit de colonne gelopen om te vluchten en, na herhaaldelijk te zijn terug geroepen, dood geschoten. Hij heeft in Someren begraven gelegen.

De gesneuvelde soldaten zijn door de broeders van Providentia verzorgd en door inwoners van Sterksel en op 18 mei begraven naast de plek waar nu het gedenkteken is opgericht. Later zijn er zwart geverfde houten kruizen geplaatst met witte tekst.

Originele foto monument gesneuvelde foto soldaten Lange Bleek

Jaren later zijn de gesneuvelde militairen opgegraven en herbegraven in hun woonplaats of op het militair ereveld; de drie kruizen zijn toen op dezelfde plek blijven staan. In 1962 zijn op verzoek van de Commissaris van Koningin de kruizen verwijderd omdat het met het onderhoud ervan slecht gesteld was. In het jaar 1989 regelen een viertal Sterkselnaren het huidige gedenkteken. Want in 1990 zal het vijftig jaar geleden zijn dat de drie militairen zijn gesneuveld.

De op 1e Pinksterdag 12 Mei 1940 gesneuvelden waren:
-Aarts, Arnodus Henricus Adrianus; geboren 16-05-1915 te Alphen en Riel; Soldaad. 4- 2 G.N. ; herbegraven op de R.K. begraafplaats te Alphen.
-Broos, Franciscus Antonius; geboren 03-11-1905 te Roosendaal; Sgt. 3-III-30 R.I. ; herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg Rhenen, rij 10 nr.2
-Kanters, Adrianus Nicolaas; geboren 10-03-1910 te Raamsdonkveer; sld. 3-III-30 R.I. ; herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg Rhenen, rij 11 nr.2

 

Los van de gesneuvelde militairen op 12 mei 1940 zijn er door een 3-tal vliegtuigcrashes meer militairen omgekomen tijdens de 2e wereldoorlog.

7 juli 1941
Op 7 juli 1941 stortte rond 02.00 in Sterksel, bij het Witven, een Armstrong Whitley V van het 77 Squadron neer. De vierkoppige bemanning, bestaande uit piloot P/O J.E. Simmonds, radiotelegrafist Sgt S.A. Evans, waarnemer Sgt E.H. Alderton en boordschutter Sgt D. Bradley, werd krijgsgevangen gemaakt. Simmonds en Evans kwamen in Stalag Luft III in Sagan terecht, de beide anderen in Stalag 357 in Kopernikus.
27 januari 1943
Op 27 januari 1943, om 20.25 uur, crashte in Sterksel, bij Het Broek, een Avro Lancaster I bommenwerper van het 97 Squadron, gevlogen door Sgt A. Robinson en op weg naar Düsseldorf. De beide boordschutters, F/S Robert William Rea (20 jaar, Canadees) en Sgt Ralph Muskett (32), kwamen hierbij om. Zij zijn in Woensel begraven, respectievelijk in graf JJB 2 en JJB 1.
De vijf andere bemanningsleden, piloot Robinson; boordwerktuigkundige Sgt R. Harvey; navigator Sgt C.P. Bigg; bommenrichter Sgt A.E. Croome en radiotelegrafist Sgt J. West, wisten het toestel per parachute te verlaten, maar werden aan de grond door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Robinson kwam in Stalag IVB in Muhlberg-Elbe terecht, Croome in Stalag Luft III in Sagan en de anderen in Stalag 344 Lamsdorf.

21/22 juni 1943
In de nacht van 21 op 22 juni 1943 voerde Bomber Command een grootscheepse aanval op Krefeld. In totaal 705 bommenwerpers lieten daar 2.306 ton aan bommen vallen.
En om 01.32 crashte in Sterksel een Short Stirling III van het 218 Squadron. Dit vliegtuig werd gevlogen door de Australiër P/O D.R. Rich en neergeschoten door een Messerschmitt Me 110 van 6/NJG 1. Maar dit jachtvliegtuig werd zelf ook geraakt, zodat Hptm E-W. von Boning en marconist Ofw F. Johrden een noodlanding moesten maken bij de Achelse Kluis. Hun vliegtuig was verloren, maar zelf brachten ze het er levend vanaf.

 

Monument De Drie Kruizen

Post navigation